donderdag 4 augustus 2016

Deflatie / negatieve inflatie

Voor het eerst in bijna 30 jaar hebben we in Nederland te maken met een negatieve inflatie.
Met "negatieve inflatie" bedoel je toch deflatie? Da's niet helemaal waar, het verschil wordt hieronder uitgelegd.

Goederen en diensten voor consumenten zijn voor het eerst in bijna dertig jaar goedkoper geworden dan een jaar eerder. De inflatie in juli daalde naar -0,3%, maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag bekend.De inflatie in juli werd vooral gedrukt doordat voedingsmiddelen, autobrandstoffen en vliegreizen goedkoper zijn geworden. Kleding was dit jaar in de uitverkoop juist minder afgeprijsd dan in juli vorig jaar. Dit had een verhogend effect op het gemiddelde prijspeil.

Deflatie 

"Negatieve inflatie is niet direct hetzelfde als deflatie. Bij deflatie gaat het echt om een daling van het algemene prijspeil. Dus niet alleen consumentenprijzen, maar ook bijvoorbeeld lonen en huizenprijzen", vertelt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. "Nu is het wel zo dat lonen al een tijdje niet zo hard stijgen, maar ze dalen niet en huizenprijzen stijgen zelfs het sterkst in jaren."
De econoom haalt aan dat hoge en lage inflatie vaak te maken heeft met grondstofprijzen zoals olie. "Maar nu is er meer aan de hand, want ook als je producten die daar gevoelig voor zijn buiten beschouwing laat, zie je dat de inflatie nog steeds heel erg laag is."
De afgelopen 2,5 jaar was de inflatie in vrijwel alle maanden lager dan 1%. Dit is de langste aaneengesloten periode in bijna dertig jaar waarin de inflatie lager was dan 1%.

Negatieve spiraal 

Volgens economische theorie zorgt een langdurige daling van het prijspeil, oftewel deflatie, ervoor dat consumenten mogelijk aankopen gaan uitstellen. Als prijzen dalen, kan het namelijk goedkoper zijn om pas over een half jaar een aankoop te doen. Dit kan leiden tot een negatieve spiraal. Consumenten geven minder uit, waardoor bedrijven ook minder te besteden hebben.

Deflatie betekent dat de inflatie langere tijd onder nul staat. De prijzen stijgen dan niet, maar dalen. Dat is gevaarlijk, omdat consumenten hun aankopen gaan uitstellen. Je stelt immers de aankoop van een auto uit, als je verwacht dat de dezelfde auto over een half jaar goedkoper zal zijn.

Als aankopen uitgesteld worden, heeft dat grote gevolgen voor de economie. Er ontstaat namelijk een negatieve spiraal: winkels verkopen minder, waardoor zij minder afnemen bij de fabrikant.
De fabrikant kan minder produceren en heeft minder werknemers nodig. Deze ontslagen werknemers hebben minder te besteden en geven daardoor nog minder uit. Voor meer informatie en zienswijzen over deflatie in Europa kun je het boek "Deflatie in aantocht" van Eric Mecking en Elmer Hogervorst lezen. Het eerste hoofdstuk kun u hier gratis downloaden.

Deflatie is minder zeldzaam dan algemeen wordt aangenomen. De Britse econoom Roger Bootle schreef hierover het boek “The Death of Inflation” (1997, ISBN 1-85788-148-6). Hij heeft de prijsontwikkeling in Groot-Brittannië onderzocht vanaf 1264. En concludeert dat 97% van alle Britse inflatie heeft plaatsgevonden sinds 1940 in de onderzochte periode. Inflatie is volgens hem de uitzondering die de regel bevestigt. (bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Deflatie_(economie), geraadpleegd op 04-08-2016)

Rente

Deflatie heeft ook tot gevolg dat de reële rente stijgt, waardoor een schuld meer waard wordt. Dat is niet alleen nadelig voor mensen die schulden hebben, maar ook voor de staatsschuld.
Reële rente is de rente na aftrek van inflatie. In het geval van deflatie ligt de reële rente dus hoger dan de nominale rente. Daardoor zullen ook bedrijven minder geld lenen om te investeren, waardoor de economie weer een klap krijgt.

Gevaar van deflatie

In 2015 concludeerde de Bank voor Internationale Betrekkingen (BIS) overigens dat het gevaar van deflatie voor de economische groei minder groot is dan over het algemeen wordt aangenomen.

Het samenwerkingsverband van centrale banken onderzocht een groot aantal periodes van aanhoudende prijsdalingen gedurende 140 jaar in 38 landen. Uit het onderzoek is gebleken dat de samenhang tussen deflatie en groei zwak is en eigenlijk alleen in de crisis van de jaren 30 duidelijk naar voren kwam. Ook voor de aanname dat deflatie het duurder maakt om schulden af te lossen vonden de onderzoekers weinig bewijs.

De BIS wijst erop dat deflatie altijd wordt gezien als een teken van economische zwakte, waarbij prijzen dalen omdat de vraag achterblijft. Volgens de denktank kunnen dalende prijzen echter ook het gevolg zijn van een toename van het aanbod, bijvoorbeeld door verbeteringen in de productiviteit. In dat geval zorgen dalende prijzen vooral voor een toename van de koopkracht en de welvaart.

Bron: www.nu.nl


4 opmerkingen:

  1. Dat laatste wat je zegt is volgens mij nu het geval: de prijs van olie is gedaald door de overproductie in Amerika, de prijzen van levensmiddelen dalen door moordende concurrentie in supermarkten, en de prijzen van reizen dalen wegens terrorismedreiging.
    Achja, het zijn slechts economische indicatoren. Nog zo'n voorbeeld waar economische getallen niets zeggen: in Brabant is de economie dit jaar flink gegroeid, alleen maar omdat er ongeveer een half miljard aan hagelschade moet worden gerepareerd..

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Goed opgemerkt. Ik vind de economie iets ongrijpbaars en moeilijk om er zinnige dingen over te zeggen. Niettemin blijf ik het soms proberen. :-)

      Verwijderen
  2. hier bij ons in belgie stijgen ze alleen maar laatste maand zelf boven de 2 %

    BeantwoordenVerwijderen